Het in het Engels geschreven werkstuk was gekoppeld aan het vak filosofie. Het compact geschreven artikel bevat de neerslag van een zeer gedegen literatuurstudie, waarin de eindexamenkandidaat het fenomeen religie in relatie tot menselijk gedrag beziet vanuit een breed spectrum van disciplines: van filosofie, via psychologie en cognitieve religiewetenschap, tot evolutionaire biologie. Uiteenlopende schrijvers als Darwin, Dawkins, Freud en Jung passeren de revue. Elk van deze kennisgebieden en auteurs komt maximaal tot zijn recht. Ze worden gelijkwaardig behandeld, wat opmerkelijk is omdat het om op het eerste gezicht tegenstrijdige en onverenigbare perspectieven lijkt te gaan. Deze invalshoek van Reuben wordt onder meer mogelijk gemaakt doordat hij de Wittgensteiniaanse theorie van familieverwantschappen hanteert bij de definitie van religie.